Wekelijks interviewt de afdeling Communicatie van Raeger een medewerker over zijn of haar ervaringen met de coronamaatregelen tot nu toe. Deze week het eerste interview met Stefan, hoofdbehandelaar op de vestiging in Amsterdam IJburg.

Wat heeft de afgelopen periode met jou gedaan?
“Het is natuurlijk een hele rare periode geweest, vooral in het begin. Je bent elkaar eigenlijk aan het vermijden. Dat creëert een gekke situatie. Het was ook een spannende periode: hoe gaan we daar bij Raeger mee om? Hoe sta je er zelf persoonlijk in? Allemaal overwegingen die met elkaar te maken hebben. Het gaat over beslissingen die niet alleen jezelf betreffen maar die ook iedereen in je omgeving raken. Hoe zorg je dat alles veilig is, en hoe zorg je dat iedereen gezond blijft? Iedereen is aan het zoeken daarin maar ik merkte wel hoe gaaf ik het vond hoeveel inzet iedereen toonde. Zeker ook hoe alle mentoren bij Raeger er helemaal voor gaan en ondanks onduidelijkheden alle kinderen op de eerste plaats hebben staan; dat we voor hen ons best doen, zowel qua gezondheid als qua opvang. Dat vond ik heel inspirerend om te zien. Ik denk dat voor Raeger en ook voor Nederland wel duidelijk is dat we er met zijn allen de schouders onder zetten en van de situatie het beste maken.”
Heb je persoonlijk last gehad van corona?
“Wat ik wel jammer vond is dat mijn 30ste verjaardag precies in deze periode viel dus ik heb mijn jubileumjaar niet kunnen vieren. Dat is geen ramp maar wel jammer natuurlijk. Verder is mijn oma overleden als gevolg van corona. Dat heeft impact gehad. Ook zijn huwelijken van vrienden niet doorgegaan. Aan de ene kant dus luchtige maar aan de andere kant ook wel wat zwaardere zaken.”
Hoe heb je de afgelopen tijd bij Raeger ervaren?
“Je bent continu aan het schakelen. Met medewerkers, met kinderen en met ouders. Bij ons is al geen dag hetzelfde maar nu vraagt het al helemaal flexibiliteit van iedereen. Dat is wel een uitdaging wat mij betreft. En vooralsnog fijn dat er zoveel begrip was bij zowel medewerkers als ouders. Dat het besef ontstaat dat we het met z’n allen aan het doen zijn en dat we ook wel met z’n allen hier doorheen zullen komen.”
Ervoer je het als een crisissituatie?
“Ja ik vond het wel crisissituatie in die zin dat je steeds vinger aan de pols moet houden: doen we het nog goed, klopt het nog, wat kunnen we redelijkerwijs van iedereen en vooral van de kinderen verwachten? Kortom, heel veel regels om rekening mee te houden en om het contact zoveel mogelijk te beperken maar isoleren kun je nooit helemaal. Omdat je te maken hebt met mensen en contact met de kinderen niet kunt vermijden, blijft het een balanceer act.
Al vrij snel begonnen wij bij Raeger met coaching op afstand, naar thuis. Juist dat was denk ik een hele mooie aanpak omdat we daardoor ook veel meer voor onze cliënten in de thuissituatie konden betekenen. Dat levert ook een interessante ontwikkeling op voor de toekomst als het gaat om de vraag of we meer met de technologie zouden ‘moeten’ doen. Voor sommige kinderen was het al heel interessant om te ontdekken of zij überhaupt instructies via een scherm oppakken. Dat is zeker niet in alles situaties ideaal, dus ik ben wel blij dat we daarin weer wat terug naar normaal zijn. Maar zeker voor kinderen waarbij het wel lukt om via een scherm zorg te leveren, creëert dat een hele mooie ingang om aan leerdoelen te kunnen blijven werken. En ook omdat ouders daarin weer een andere rol krijgen.”
Hoe heeft corona jouw werkzaamheden beïnvloed, en hoe heb je daar op ingespeeld?
“Je bent continu aan het handen wassen. Alle voorwerpen op de groep waar je iets mee hebt gedaan, ben je aan het schoonmaken. De invloed voor mij was vooral dat alles veel meer achter schermen gebeurde. Ook als ik kijk naar de coaching van mijn groepen en de supervisie. Normaal zou ik dan op de groep staan maar nu gaat dat of via een scherm of via een observatieruimte. Dat zorgt voor afstand en ook dat je soms iets minder kan zien wat er op de groep gebeurt dan je normaal zou willen zien. Aan de andere kant – dat maakt het wel weer leuk – veranderen deze aanpassingen ook de manier waarop je observeert en feedback geeft. Normaal zou ik sneller tussentijdse adviezen geven. Nu was ik gedwongen om adviezen voor het eind van een groepsactiviteit te bewaren en te zien hoe de behandeling en begeleiding verloopt zonder mijn tussenkomst. Dat levert interessante uitkomsten en vergelijkingsmateriaal op.”